Geschreven door Peter van der Reijden | 10 april 2012
Als je op zoek gaat naar tools om online vaardigheden te trainen, lijkt het aanbod overweldigend. Er zijn oneindig veel mogelijkheden en minstens zoveel aanbieders. In dit artikel proberen we een antwoord te geven op de vraag: waar moet je op letten als je verschillende online training tools vergelijkt?
We onderscheiden vier dimensies. Kies daarbinnen voor de best passende aanpak, en het vinden van de tool wordt een stuk gemakkelijker.
1. Kennis & Houding vs. Vaardigheden
2. Passief vs. Actief
3. One-to-many vs. One-to-one
4. Asynchroon vs. Synchroon
1. Kennis & Houding vs. Vaardigheden
Gedrag = Kennis + Houding + (Deel)Vaardigheden
E-Learning modules focussen traditioneel op het Kennis & Houding deel van bovenstaande vergelijking. Via videocolleges, voorbeelden, theorie en quizzes bouwt de deelnemer zijn kennis van het onderwerp op en verandert hij of zij (hopelijk) haar attitude ten opzichte van het onderwerp. Pas recent zijn online training tools zich gaan toeleggen op het Vaardigheden gedeelte. Dus: wat zeg je en hoe zeg je dat?
Maak voor jezelf dus tijdig de keuze: waar ligt het zwaartepunt van de online training die je voor ogen hebt? De meningen verschillen en zo ook de best passende tools: er zijn mensen die menen dat kennis & houding online kunnen, maar vaardigheden altijd in het klaslokaal moeten. Anderen, zoals wij, denken dat iemands persoonlijke vaardigheden vaak te weinig aandacht krijgen in een klaslokaal en online training hier soelaas kan bieden door meer oefening in een veilige omgeving.
2. Passief vs. Actief
Dit onderscheid is nauw verbonden aan bovenstaande, maar in zichzelf een belangrijke dimensie om online oplossingen op te vergelijken. Veel e-learning initiatieven zijn hoofdzakelijk passief: je kijkt filmpjes en leest tekst. Dit heeft veel logistieke voordelen (je kan automatisch iemands cijfer uitrekenen en er hoeft geen trainer aan te pas te komen) en voor kennis en houding kan dit genoeg zijn.
Maar vaardigheden zijn persoonlijk en leer je door oefening en feedback. Dit betekent dat deelnemers experimenteren, de mist in gaan, het opnieuw proberen en langzaam tot het punt komen dat ze onbewust bekwaam zijn. Een dergelijk leerproces stelt hele andere eisen aan de tool: slechts het aanbieden van kennis is niet voldoende. Iemand moet de deelnemer motiveren om actief te werken aan zijn of haar eigen vaardigheden en het feedbackproces zo effectief en simpel mogelijk maken.
Voor vaardigheidsontwikkeling is een actieve oplossing wat ons betreft altijd beter dan een passieve. We zien echter dat er nog steeds hoofdzakelijk passieve modules worden aangeboden, wat erg jammer is als je bedenkt wat er met nieuwe technologieën inmiddels mogelijk is.
3. One-to-many vs. One-to-One
Hoeveel deelnemers gaan de online training volgen? En hoe persoonlijk moet hun leerervaring zijn? Op deze dimensie zijn veel varianten denkbaar, maar het is relevant om te bedenken waar binnen dit spectrum jouw online training zou moeten vallen. Denk je eerder aan een 1:1 coaching via Skype of aan een Massive Open Online Course met 65.000 deelnemers?
Waarom is dit relevant? Omdat de tool die je kiest het moet ondersteunen. Gelukkig bieden de meeste tools een mooie combinatie van 1-to-many en 1:1 leeractiviteiten, maar dat geldt niet voor allemaal.
4. Asynchroon vs. Synchroon
In een training heb je een deelnemer en een trainer. Of zij synchroon ('real-time') of asynchroon met elkaar gaan interacteren heeft veel gevolgen voor jouw training. Synchrone tools (zoals Skype of webinars) hebben het voordeel dat je direct feedback of antwoorden kan geven. Het stelt echter wel eisen aan de logistiek: men moet tegelijk online zijn, waarmee het 'anytime, anywhere' voordeel van mobile learning & training voor de helft verloren gaat.
Asynchrone oplossingen vereisen meer discipline van de deelnemer en hebben een vertraging tussen de actie van de deelnemer en de feedback van de trainer. Het grote voordeel is dat deelnemers zelf aan het stuur zitten en zelf het beste moment kunnen zoeken. Het is dan niet 'just-in-case' maar 'just-in-time'. Ook blijkt in de praktijk dat de vertraging tussen de feedback een nuttig bijeffect heeft: het versterkt het zelf-reflecterende vermogen van de deelnemer en de spatial learning effects (oftewel: je onthoud dingen beter als je 3x een uur oefent dan 1x drie uur).
De gewenste leerervaring maakt al gauw duidelijk of een synchrone of asynchrone oplossing beter past en vaak kiest men ook hier voor een combinatie.
Conclusie
Er is veel te zeggen over het vergelijken van tools voor online training (ik ben nog niet eens begonnen over prijs of het gemak waarmee een training ontwikkeld wordt). Maar als jij weet waar jouw gewenste leerervaring zich bevindt op deze vier dimensies, dan komt de beste tool al gauw naar boven.
Trouwens, als je zoekt naar een tool met een focus op (deel)vaardigheden en een actieve, asynchrone aanpak waarbij one-to-many en one-to-one worden gecombineerd, kijk dan eens rond op deze site!