Hoe verplicht  ik mijn training

Hoe verplicht ik mijn training?

Geschreven door Lian Blasse | 30 november 2017

In mijn vorige artikel besprak ik hoe verplichting de participatie in communicatietrainingen kan boosten, waardoor de deelnemers meer leren en het geleerde ook in de praktijk kunnen brengen. Ondanks dat veel opdrachtgevers dit vaak eng vinden, merk ik toch uit de praktijk dat deelnemers dit helemaal niet zo vervelend vinden als van tevoren wordt verwacht. De vraag is alleen: hoe zorg je dat je training echt verplicht is?

Hoe verplicht  ik mijn trainingWat houdt verplichting dan in?

“Ok, toch maar verplichten dan,” zeg je hopelijk na mijn vorige relaas. Goede keuze! Maar dan ben je er nog niet. Verplichting is namelijk maar een vaag begrip. Het impliceert een consequentie: als je het niet maakt, dan… Deze consequentie moet geformuleerd worden, al hoeft het niet direct een maand droog brood en water te zijn. Bij universiteiten zien we meerdere succesvolle implementaties van online communicatietraining: je krijgt bijvoorbeeld geen cijfer of geen toegang tot het college als je het niet doet. Of je krijgt gewoon op je dak. Bij bedrijven ligt dit vaak iets lastiger.

De opdrachtgevers knikken instemmend, maar eindcijfers en colleges hebben ze niet. “De deelnemers lunchen elke dag met gesmeerde boterhammetjes van thuis, dus droog brood en water gaat ook niet werken”, verzucht er één (oké, dat is niet echt gezegd, maar je snapt mijn punt). Hoe kan je iets verplicht maken als er geen consequentie voor het oprapen ligt? Gelukkig zijn er verschillende creatieve opties.

Ga het gesprek aan

Een certificaat uitdelen bij het succesvol afronden geeft de deelnemer iets tastbaars waar hij voor kan gaan. Ook kan deelname aan de training geagendeerd worden bij een functioneringsgesprek. Kijk daarnaast of je verschillende onderdelen van het programma van elkaar afhankelijk kunt maken: medewerkers die de online voorbereiding niet hebben afgerond, mogen bijvoorbeeld niet op de live-dag komen. Klinkt dat schools? Dat zal je de eerste keer misschien ook horen, maar vervolgens weet iedereen hoe het werkt en zijn alle deelnemers even goed voorbereid.

Het zal je misschien niet verbazen dat de simpelste constructie vaak nog het beste werkt: Vraag de niet-participerende deelnemer naar de reden. De duimschroeven mag je in de kelder laten hangen, want hoogstwaarschijnlijk hoor je direct: geen tijd gehad, het was erbij ingeschoten, andere prioriteiten, etcetera. Hieronder ligt: Ik ben hard aan het werk en ik vind mijn werk belangrijk. Daar kan je wat mee, dus ga dat gesprek aan!

Druk, druk, druk

Druk hebben we het allemaal. Logisch dus dat communicatietraining, zeker als deze individueel is, er dan een beetje bij inschiet. Er is altijd wel een rapport om te schrijven, een klant om te bellen of een collega om te helpen. Wat vaak helpt, is om er een wekelijks moment voor in te plannen. Ik wilde zelf ook vaker trainen, maar ik merkte dat het er niet van kwam (bij Faculty of Skills zijn we daar ook wel eens schuldig aan). Totdat ik voor mezelf elke vrijdagmiddag om half vijf een half uurtje trainen inplande. Dit maakt een wereld van verschil!

Verplicht dus de training op de manier die het beste aansluit bij de praktijk van de deelnemers. Bedenk eerst hoe hun prioriteitenlijstje eruitziet en verbind niet alleen een passende consequentie aan niet-afronding, maar laat deelnemers ook een moment in de week plannen waarop ze hun oefeningen doen. Zo verhoog je zowel de participatie als waardering van je training! 

Meer weten over hoe de Gemeente Schagen bijvoorbeeld 100% participatie haalde? Kijk hieronder!